Definities

Vertaler

Onder vertaler verstaat men

de persoon die beroepshalve een schriftelijke tekst - van algemene, technische, wetenschappelijke of literaire aard - van de ene taal in de andere omzet, ongeacht of het oorspronkelijke werk of de vertaling bestemd is voor publicatie in een boek, tijdschrift, periodiek of in elke andere vorm, of voor gebruik bij een toneelvoorstelling, in de film, op radio of televisie of enig ander medium.

De door de vertaler gebruikte werktalen zijn:

  • hetzij actief (A) - ook doeltaal genoemd - d.w.z. de taal waarin de vertaler vertaalt. De actieve taal of doeltaal (of -talen) is de moedertaal of voornaamste actieve taal wanneer zij volledig gelijkwaardig is aan een moedertaal.
  • hetzij passief (P) - ook brontaal genoemd - d.w.z. de taal (of talen) waaruit de vertaler de teksten omzet, maar waarin hij normaal gezien niet vertaalt.

Tolk

Onder tolk verstaat men

de persoon die mondeling een toespraak of uiteenzetting van de ene taal in de andere omzet. Er bestaan hoofdzakelijk twee vormen van tolkwerk:

  1. Simultaan (S): de mondelinge omzetting van de toespraak of uiteenzetting van een spreker, tijdens zijn toespraak of uiteenzetting, uit één of meerdere talen in de actieve taal (talen) (A- en B-talen) van de tolk. Een installatie voor elektronische transmissie en een tolkencabine zijn noodzakelijk.
  2. Consecutief (C): de mondelinge omzetting van de toespraak of uiteenzetting van een spreker uit één of meerdere talen in de actieve taal (talen) (A- en B-talen) van de tolk, hetzij gedeeltelijk, hetzij geheel, van zodra de spreker aan de tolk het woord verleent. De tolk neemt hiervoor in principe schriftelijke notities.

Op elk van deze vormen van tolkwerk bestaat er een variant:

  1. Fluistertolken (als variante op simultaan tolken): de mondelinge omzetting van de toespraak of uiteenzetting van een spreker, tijdens zijn toespraak of uiteenzetting, uit één of meerdere talen in de actieve taal (talen) (A- en B-talen) van de tolk. Een installatie voor elektronische transmissie en een tolkencabine zijn hierbij niet aanwezig. De tolk bevindt zich naast of tussen zijn toehoorders, spreekt op fluistertoon en kan bijgevolg zijn werk slechts uitoefenen voor één of twee (hooguit drie) toehoorders, en op voorwaarde dat de spreker luid genoeg spreekt.
  2. Verbindingstolken (L) (als variant op consecutief tolken): de mondelinge omzetting nadien van een gesprek tussen twee of meerdere personen uit één of meerdere talen in de actieve taal (talen) (A- en B-talen) van de tolk. De tolk bevindt zich naast of tussen de sprekers en toehoorders en kan zelf, door de aard van de situatie, in zekere mate bepalen hoe lang de interventies van de respectieve sprekers zijn. De tolk neemt hiervoor in principe geen schriftelijke notities.

Een conferentietolk is een tolk die in staat is alle vormen van tolkwerk te verrichten, waarbij het beheersen van de techniek van het simultaan en consecutief tolken essentieel is.

De door de tolk gebruikte werktalen worden als volgt gerangschikt:

  • A-taal of -talen: de moedertaal, of voornaamste actieve taal wanneer zij volledig gelijkwaardig is aan een moedertaal;
  • B-taal of -talen: de andere actieve taal (talen), geen moedertaal, waarin en waaruit de tolk volledig en correct een toespraak of uiteenzetting kan tolken.
  • C-taal of -talen: de passieve taal (talen) waarin de tolk over het algemeen niet tolkt, maar die hij/zij volledig verstaat en waaruit hij/zij tolkt in zijn actieve taal (talen).