Skip to content
6216270225_010bdf7d8f_o.jpg

Juridisch advies: productaansprakelijkheid en de vertaling van handleidingen

Maja vroeg me dit even nader toe te lichten en stuurde me een link naar de richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG.

“De producent moet een gebruiksaanwijzing bijvoegen: Bij iedere machine moet een gebruiksaanwijzing zijn gevoegd in de officiële Gemeenschapstaal (of talen) van de lidstaat waar de machine op de markt wordt gebracht en/of in bedrijf gesteld. De bij de machine gevoegde gebruiksaanwijzing moet een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” of een „vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn; in het laatste geval moet bij de vertaling een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn gevoegd.

Hoe zit het met de bijzondere verantwoordelijkheid van de fabrikant (“duty of care”)? En met de onze als vertalers in verband met deze richtlijn?”

Eerst en vooral dient erop te worden gewezen dat een richtlijn geen rechtstreekse werking heeft en dus niet tegen u kan worden ingeroepen door een andere particulier. Een richtlijn moet evenwel door de lidstaten omgezet worden in nationale wetgeving binnen een bepaalde tijdspanne (meestal 2 jaar). Het is dus de Belgische wet die de omzetting is van deze richtlijn, die op u van toepassing is. Die Belgische wet dient echter wel “richtlijnconform” te worden geïnterpreteerd. Dat is logisch, want het doel van richtlijnen is het harmoniseren van de wetgeving in alle lidstaten. In België gebeurde dat met het koninklijk besluit van 12/08/2008 dat in werking is getreden op 29 december 2009. In dit opzicht is het toch nuttig om de richtlijn, en vooral de bedoeling van de Europese wetgever eens te bekijken.

De ratio legis

De ratio legis (de bedoeling van de wetgever) kan je vinden in de preambule van deze richtlijn.
De wetgever heeft voornamelijk getracht het aantal ongevallen met machines te beperken. Uit de preambule blijkt dat het gaat om de veiligheid en gezondheid van werknemers en consumenten, ja zelfs huisdieren en goederen! Het woord “consument” alleen al geeft te kennen dat de wetgever de hoogste vorm van bescherming heeft beoogd. Consumenten worden immers goed beschermd. Als er bovendien dan nog eens “huisdieren en goederen” achter staat, dan zou je kunnen stellen dat deze wetgeving niet licht zal omspringen met “fouten” die aansprakelijkheid veroorzaken. Maar fouten van wie dan precies?

‘Bijzondere’ verantwoordelijkheid van de fabrikant: duty of care

Het duty-of-care-beginsel brengt geen bijzondere verantwoordelijkheid met zich mee. Het duty-of-care-beginsel kan worden vergeleken met onze “goede huisvader”, ook “reasonable man” genoemd in common law. De goede huisvader (of de reasonable man) wordt wel geplaatst in dezelfde omstandigheden als de persoon die in rechte wordt beoordeeld. Een fabrikant wordt verondersteld een specialist te zijn. De goede huisvader zal dus ook verondersteld worden een specialist te zijn. Op die manier zou je wel kunnen stellen dat er op specialisten een zwaardere of bijzondere duty of care rust omdat ze verondersteld worden beter te weten. Het is echter gewoon de toepassing van hetzelfde beginsel van de goede huisvader.

De verantwoordelijkheid van de fabrikant en die van de vertaler

De verantwoordelijkheid die geplaatst wordt op de fabrikant wordt in de richtlijn als volgt verwoord:
“De producent moet een gebruiksaanwijzing bijvoegen: Bij iedere machine moet een gebruiksaanwijzing zijn gevoegd in de officiële Gemeenschapstaal (of talen) van de lidstaat waar de machine op de markt wordt gebracht en/of in bedrijf gesteld. De bij de machine gevoegde gebruiksaanwijzing moet een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” of een „vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn; in het laatste geval moet bij de vertaling een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn gevoegd.
Volgens de gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG uitgegeven door de Europese Commissie zelf, is het doel van deze laatste eis de gebruikers in staat te stellen de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing te raadplegen als ze twijfelen over de juistheid van een vertaling.
De auteur van deze gids erkent, m.a.w., dat de vertaler misschien niet altijd over dezelfde expertise beschikt als de fabrikant, of wel eens een slechte dag kan hebben… en schuift de verantwoordelijkheid door naar de gebruiker, die zelf moet beoordelen of de vertaling al dan niet te wensen over laat en de originele gebruiksaanwijzing maar moet lezen.
De eerste bedenking die daarbij in me opkomt is: waarom zijn er vertalingen nodig, als de gebruiker toch wordt verondersteld de originele gebruiksaanwijzing te verstaan? Wat als het gaat om een Nederlandse machine die verkocht wordt aan een Portugese of Roemeense boer? Het lijkt me een vreemde redenering. De fabrikant zou dus eigenlijk ook gewoon googletranslate kunnen gebruiken, als de oorspronkelijk handleiding maar duidelijk genoeg is. Het valt niet echt te rijmen met de ratio legis van de richtlijn.

Mijn conclusie

Mij lijkt de aansprakelijkheid van de vertaler de gewone gemeenrechtelijke aansprakelijkheid te zijn die we bij andere jobs ook hebben. Ik vind in de richtlijn geen informatie die erop wijst dat deze aansprakelijkheid gedeeltelijk van de fabrikant naar de vertaler zou verschuiven. De fabrikant (opdrachtgever) moet evenwel zijn vertaler (aannemer) zorgvuldig uitkiezen. De vertaler moet de vertaling uitvoeren naar best vermogen (inspanningsverbintenis). De opdrachtgever moet de aannemer in de mogelijk stellen de opdracht naar behoren uit te voeren (door eventueel tekeningen en schetsen te verstrekken, of bijkomende uitleg te geven). De aannemer heeft waarschuwingsplicht naar de opdrachtgever toe (als er iets niet duidelijk is of ontbreekt), zoals elke aannemer overigens moet doen.  Het is misschien ook aangewezen om de fabrikant een offerte te maken met en zonder proofreading. Slaat hij het aanbod voor de proofreading af, dan kaatst u de aansprakelijkheid gedeeltelijk terug naar hem. U heeft hem immers gewezen op het belang van extra nazicht en het feit dat 4 ogen meer zien dan 2. Vond hij het niet nodig hiervan gebruik te maken, dan zijn de gevolgen gedeeltelijk voor hem.

Met andere woorden: het zijn de zorgvuldigheidsregels (je eigen duty of care) die je dagelijks in je werk toepast.
Maja vroeg me dit even nader toe te lichten en stuurde me een link naar de richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG.

“De producent moet een gebruiksaanwijzing bijvoegen: Bij iedere machine moet een gebruiksaanwijzing zijn gevoegd in de officiële Gemeenschapstaal (of talen) van de lidstaat waar de machine op de markt wordt gebracht en/of in bedrijf gesteld. De bij de machine gevoegde gebruiksaanwijzing moet een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” of een „vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn; in het laatste geval moet bij de vertaling een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn gevoegd.

Hoe zit het met de bijzondere verantwoordelijkheid van de fabrikant (“duty of care”)? En met de onze als vertalers in verband met deze richtlijn?

Eerst en vooral dient erop te worden gewezen dat een richtlijn geen rechtstreekse werking heeft en dus niet tegen u kan worden ingeroepen door een andere particulier. Een richtlijn moet evenwel door de lidstaten omgezet worden in nationale wetgeving binnen een bepaalde tijdspanne (meestal 2 jaar). Het is dus de Belgische wet die de omzetting is van deze richtlijn, die op u van toepassing is. Die Belgische wet dient echter wel “richtlijnconform” te worden geïnterpreteerd. Dat is logisch, want het doel van richtlijnen is het harmoniseren van de wetgeving in alle lidstaten. In België gebeurde dat met het koninklijk besluit van 12/08/2008 dat in werking is getreden op 29 december 2009. In dit opzicht is het toch nuttig om de richtlijn, en vooral de bedoeling van de Europese wetgever eens te bekijken.

De ratio legis

De ratio legis (de bedoeling van de wetgever) kan je vinden in de preambule van deze richtlijn.
De wetgever heeft voornamelijk getracht het aantal ongevallen met machines te beperken. Uit de preambule blijkt dat het gaat om de veiligheid en gezondheid van werknemers en consumenten, ja zelfs huisdieren en goederen! Het woord “consument” alleen al geeft te kennen dat de wetgever de hoogste vorm van bescherming heeft beoogd. Consumenten worden immers goed beschermd. Als er bovendien dan nog eens “huisdieren en goederen” achter staat, dan zou je kunnen stellen dat deze wetgeving niet licht zal omspringen met “fouten” die aansprakelijkheid veroorzaken. Maar fouten van wie dan precies?

‘Bijzondere’ verantwoordelijkheid van de fabrikant: duty of care

Het duty-of-care-beginsel brengt geen bijzondere verantwoordelijkheid met zich mee. Het duty-of-care-beginsel kan worden vergeleken met onze “goede huisvader”, ook “reasonable man” genoemd in common law. De goede huisvader (of de reasonable man) wordt wel geplaatst in dezelfde omstandigheden als de persoon die in rechte wordt beoordeeld. Een fabrikant wordt verondersteld een specialist te zijn. De goede huisvader zal dus ook verondersteld worden een specialist te zijn. Op die manier zou je wel kunnen stellen dat er op specialisten een zwaardere of bijzondere duty of care rust omdat ze verondersteld worden beter te weten. Het is echter gewoon de toepassing van hetzelfde beginsel van de goede huisvader.

De verantwoordelijkheid van de fabrikant en die van de vertaler

De verantwoordelijkheid die geplaatst wordt op de fabrikant wordt in de richtlijn als volgt verwoord:

“De producent moet een gebruiksaanwijzing bijvoegen: Bij iedere machine moet een gebruiksaanwijzing zijn gevoegd in de officiële Gemeenschapstaal (of talen) van de lidstaat waar de machine op de markt wordt gebracht en/of in bedrijf gesteld. De bij de machine gevoegde gebruiksaanwijzing moet een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” of een „vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn; in het laatste geval moet bij de vertaling een „oorspronkelijke gebruiksaanwijzing” zijn gevoegd.

Volgens de gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG uitgegeven door de Europese Commissie zelf, is het doel van deze laatste eis de gebruikers in staat te stellen de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing te raadplegen als ze twijfelen over de juistheid van een vertaling.

De auteur van deze gids erkent, m.a.w., dat de vertaler misschien niet altijd over dezelfde expertise beschikt als de fabrikant, of wel eens een slechte dag kan hebben… en schuift de verantwoordelijkheid door naar de gebruiker, die zelf moet beoordelen of de vertaling al dan niet te wensen over laat en de originele gebruiksaanwijzing maar moet lezen.

De eerste bedenking die daarbij in me opkomt is: waarom zijn er vertalingen nodig, als de gebruiker toch wordt verondersteld de originele gebruiksaanwijzing te verstaan? Wat als het gaat om een Nederlandse machine die verkocht wordt aan een Portugese of Roemeense boer? Het lijkt me een vreemde redenering. De fabrikant zou dus eigenlijk ook gewoon googletranslate kunnen gebruiken, als de oorspronkelijk handleiding maar duidelijk genoeg is. Het valt niet echt te rijmen met de ratio legis van de richtlijn.

Mijn conclusie

Mij lijkt de aansprakelijkheid van de vertaler de gewone gemeenrechtelijke aansprakelijkheid te zijn die we bij andere jobs ook hebben. Ik vind in de richtlijn geen informatie die erop wijst dat deze aansprakelijkheid gedeeltelijk van de fabrikant naar de vertaler zou verschuiven. De fabrikant (opdrachtgever) moet evenwel zijn vertaler (aannemer) zorgvuldig uitkiezen. De vertaler moet de vertaling uitvoeren naar best vermogen (inspanningsverbintenis). De opdrachtgever moet de aannemer in de mogelijk stellen de opdracht naar behoren uit te voeren (door eventueel tekeningen en schetsen te verstrekken, of bijkomende uitleg te geven). De aannemer heeft waarschuwingsplicht naar de opdrachtgever toe (als er iets niet duidelijk is of ontbreekt), zoals elke aannemer overigens moet doen. Het is misschien ook aangewezen om de fabrikant een offerte te maken met en zonder proofreading. Slaat hij het aanbod voor de proofreading af, dan kaatst u de aansprakelijkheid gedeeltelijk terug naar hem. U heeft hem immers gewezen op het belang van extra nazicht en het feit dat 4 ogen meer zien dan 2. Vond hij het niet nodig hiervan gebruik te maken, dan zijn de gevolgen gedeeltelijk voor hem.

Met andere woorden: het zijn de zorgvuldigheidsregels (je eigen duty of care) die je dagelijks in je werk toepast.